In de zeer vroege morgen van 19 maart j.l. startten 70 mensen hun fietstocht naar Rotterdam vanuit Nationaal Monument Kamp Amersfoort. De groep werd ontvangen en toegesproken door de woordvoerder van NMKA. Vervolgens gingen zij in vijf groepen op weg om hun aankomst in Nederland te herdenken, 71 jaar geleden. Een tocht van maar liefst 90 kilometer, terwijl zij in 1951 van zo veel verder waren gekomen: de Molukse eilandengroep.

De Tweede Wereldoorlog werd in Azië pas op 15 augustus 1945 beëindigd. Het aantal slachtoffers in Nederlands Indië was ruim tweemaal hoger dan in Nederland; bovendien volgden een gewelddadige periode (bersiap) en de dekolonisatie-oorlog, waar Nederland ruim 200.000 militairen inzette. Het vierjarig onderzoeksprogramma (door NIOD, KIT-LV en NIMH) naar gebruik van structureel geweld door het Nederlandse leger bevestigde op 17 februari 2022 wat Remy Limpach had geconcludeerd in zijn proefschrift uit 2016. Eind december 1949 droeg Nederland de soevereiniteit over aan Indonesië en op 24 april 1950 riep de Molukse eilandengroep hun eigen staat uit, de Republik Maluku Selatan (RMS). Die werd echter niet erkend door Indonesië en de opstand neergeslagen, waardoor ca. 4.000 Molukse KNIL-militairen zogezegd tussen wal en schip belandden. Op 21 maart 1951 arriveerde de eerste groep van in totaal 12.500 Molukkers (12 boottransporten naar Rotterdam en Amsterdam) op het naoorlogse defensieterrein van Kamp Amersfoort, en de laatste groep op 21 juni. De mannen werden daar “demilitariseerd”, oftewel met een uitgereikt stenciltje ontslagen uit het leger, en iedereen op tuberculose gecontroleerd. De gezinnen werden vervolgens gehuisvest in “woonoorden”, waaronder voormalige concentratiekampen Westerbork en Vught, daartoe respectievelijk Schattenberg en Lunetten hernoemd.