Na de oorlog

In het kader van de ontwapening van de Duitse troepen werd de Leusderheide een dumpplek. Vanaf  juni 1945 arriveerden in Kamp Amersfoort de eerste groepen Nederlandse repatrianten uit de Duitse oorlogsindustrie. Een ander gedeelte fungeerde als interneringskamp voor collaborateurs en heette in de volksmond ‘het Foute Kamp’. De mishandelingen van deze gevangenen verschilden weinig van die tijdens de oorlog.

Op het buitenterrein werden 61 (massa)graven rond het kamp blootgelegd door rechercheurs en de gravendienst. Ruim dertig nazimisdadigers van Kamp Amersfoort werden berecht, waarvan kampcommandant Berg als enige is geëxecuteerd. Het kampterrein vervulde vanaf september 1946 verschillende functies voor het Nederlandse leger onder de naam ‘Kamp Laan 1914’ en heette vanaf december 1949 ‘de Boskamp’. In 1953 onthulde de toenmalige minister-president Willem Drees het monument ‘Gevangene voor het vuurpeloton’, oftewel ‘De Stenen Man’ van de hand van Frits Sieger. De barakken van Kamp Amersfoort werden op één na gesloopt in 1968. Na de aanleg van de snelweg A28 in de jaren zestig raakte het voormalige kampterrein verder gefragmenteerd. In september 1971 vestigde zich de politieschool onder de naam ‘de Boskamp’, gevolgd in de jaren tachtig door de bouw van kantoren, de aanleg van een golfclub en een dierenasiel.

Onder voormalige gevangenen en nabestaanden van Kamp Amersfoort was er behoefte aan behoud van de authentieke plek. In het jaar 2000 besloot de Tweede Kamer tot de financiering van een herinneringscentrum, dat in 2004 werd geopend. Het Ministerie van VWS legde wat betreft oorlogsgetroffenen de nadruk op educatie, herinneringscentra en instandhouding van authentieke plekken. In 2020 telde het Nederlandse museumlandschap 115 oorlogsmusea en herinneringscentra, ruim 2.500 oorlogsherdenkingen en ruim 4.200 oorlogsmonumenten.

Door de opening van het ondergrondse museum van Nationaal Monument Kamp Amersfoort (op 5 juni 2021 door minister-president Mark Rutte en oud-gevangene Arie van Houwelingen) kan het verhaal van de historische plek verteld worden. Dit in samenhang met het grote buitenterrein met zijn monumenten en grondsporen, en de herdenkingen van onder andere 19 april, 4 mei en 11 oktober. Er zijn lesprogramma’s voor verschillende schooltypes beschikbaar en ander educatief aanbod.

Het onderzoeksteam van Nationaal Monument Kamp Amersfoort heeft inmiddels dankzij binnen- en buitenlandse archieven, transportlijsten, politierapporten, naoorlogse processen verbaal en mémoires van oud-gevangenen ruim 35.900 geregistreerde identiteiten achterhaald van de circa 47.000 gevangenen. In het kamp zijn 661 mensen vermoord, waarvan 383 door executie, en er worden nog steeds 17 personen vermist. Tenminste 385 gevangenen wisten te ontsnappen.